onregelmatige werkeoorden

 0    68 flashcards    lewanna5
tải về mp3 In chơi tự kiểm tra
 
câu hỏi Nederlands, Vlaams câu trả lời Nederlands, Vlaams
aanwijzen
bắt đầu học
wees aan, wezen aan, hebben aangewezen
aanbieden
bắt đầu học
bood aan, boden aan, hebben aangeboden
aankomen
bắt đầu học
kwam aan, kwamen aan, zijn aangekomen
aantrekken
bắt đầu học
trok aan, trokken aan, hebben aangetrokken
aanvragen
bắt đầu học
vroeg aan, vroegen aan, hebben aangevraagd
afspreken
bắt đầu học
sprak af, spraken af, hebben afgesproken
bakken
bắt đầu học
bakte, bakten, hebben gebakken
bedenken
bắt đầu học
bedacht, bedachten, hebben bedacht
beginnen
bắt đầu học
begon, begonnen, zijn begonnen
begrijpen
bắt đầu học
begreep, begrepen, hebben begrepen
beschrijven
bắt đầu học
beschreef, beschreven, hebben beschreven
besluiten
bắt đầu học
besloot, besloten, hebben besloten
bespreken
bắt đầu học
besprak, bespraken, hebben besproken
bestaan
bắt đầu học
bestond, bestonden, hebben bestaan
bevallen
bắt đầu học
beviel, bevielen, zijn bevallen
bezoeken
bắt đầu học
bezocht, bezochten, hebben bezocht
bieden
bắt đầu học
bood, boden, hebben geboden
blijven
bắt đầu học
bleef, bleven, zijn gebleven
breken
bắt đầu học
brak, braken, hebben/zijn gebroken
brengen
bắt đầu học
bracht, brachten, hebben gebracht
denken
bắt đầu học
dacht, dachten, hebben gedacht
doen
bắt đầu học
deed, deden, hebben gedaan
doorgaan
bắt đầu học
ging door, gingen door, zijn doorgegaan
doorgeven
bắt đầu học
gaf door, gaven door, hebben doorgegeven
dragen
bắt đầu học
droeg, droegen, hebben gedragen
drinken
bắt đầu học
dronk, dronken, hebben gedronken
eruitzien
bắt đầu học
zag eruit, zagen eruit, brak
eten
bắt đầu học
at, aten, hebben gegeten
gaan
bắt đầu học
ging, gingen, zijn gegaan
genieten
bắt đầu học
genoot, genoten, hebben genoten
geven
bắt đầu học
gaf, gaven, hebben gegeven
hangen
bắt đầu học
hing, hingen, hebben gehangen
bewegen
bắt đầu học
bewoog, bewogen, hebben bewogen
bijten
bắt đầu học
beet, beten, hebben gebeten
binnenkomen
bắt đầu học
kwam binnen, kwamen binnen, zijn binnengekomen
hebben
bắt đầu học
had, hadden, hebben gehad
mieć
helpen
bắt đầu học
hielp, hielpen, hebben geholpen
heten
bắt đầu học
heette, heetten
hoeven
bắt đầu học
hoefde, hoefden
inschrijven
bắt đầu học
schreef in, schreven in, hebben ingeschreven
houden
bắt đầu học
hield, hielden, hebben gehouden
kiezen
bắt đầu học
koos, kozen, hebben gekozen
kijken
bắt đầu học
keek, keken, hebben gekeken
kijken
bắt đầu học
keek, keken, hebben gekeken
kliken
bắt đầu học
klonk, klonken
komen
bắt đầu học
kwam, kwamen, zijn gekomen
kopen
bắt đầu học
kocht, kochten, hebben gekocht
krijgen
bắt đầu học
kreeg, kregen, hebben gekregen
kunnen
bắt đầu học
kon, konden, hebben gekund
lachen
bắt đầu học
lachte, lachten, hebben gelachen
laten
bắt đầu học
liet, lieten, hebben gelaten
lesgeven
bắt đầu học
gaf les, gaven les, hebben lesgegeven
lezen
bắt đầu học
las, lazen, hebben gelezen
liggen
bắt đầu học
lag, lagen, hebben gelegen
lijken
bắt đầu học
leek, leken
lopen
bắt đầu học
liep, liepen, hebben/zijn gelopen
meenemen
bắt đầu học
nam mee, namen mee, hebben meegenomen
meten
bắt đầu học
mat, maten, hebben gemeten
moeten
bắt đầu học
moest, moesten
mogen
bắt đầu học
mocht, mochten
nemen
bắt đầu học
nam, namen, hebben genomen
omgaan
bắt đầu học
ging om, gingen om, zijn omgegaan
onthouden
bắt đầu học
onthield, onthielden, hebben onthouden
ontvangen
bắt đầu học
ontving, ontvingen, hebben ontvangen
ophangen
bắt đầu học
hing op, hingen op, hebben opgehangen
opnemen
bắt đầu học
nam op, namen op, hebben opgenomen
opstaan
bắt đầu học
stond op, stonden op, zijn opgestaan
opzoeken
bắt đầu học
zocht op, zochten op, hebben opgezocht

Bạn phải đăng nhập để đăng bình luận.